· door Erik Honig i.s.m. kersentuin-klussen-coördinatieteam · |
||
24
januari
2005 |
Verwarming in de Kersentuin
- 24 januari 2005 Deze handleiding beschrijft het verwarmingssysteem in de huizen van de Kersentuin. De bedoeling is om jou als Kersentuinbewoner vertrouwd te maken met het systeem, eventuele fouten te herstellen en het systeem optimaal en zo energiezuinig te gebruiken. (Let op: in dit html-document is de lay out aangepast ten opzichte van het .pdf bestand, de tekst is verder identiek). De opbouw van deze handleiding is als volgt. In hoofdstuk 1 wordt een beschrijving gegeven van het systeem. Deze is onderverdeeld in een algemeen deel en een deel voor de echte freaks. Hoofdstuk 2 bevat vervolgens een checklist waarmee je kunt controleren of je verwarmingssysteem wel helemaal in orde is. Het is namelijk mogelijk dat er bij de installatie fouten zijn gemaakt. Als je deze lijst eenmalig doorloopt weet je zeker dat de zaak in orde is. In hoofdstuk 3 staan aanbevelingen voor optimaal gebruik van het systeem. Hoofdstuk 4 ten slotte bevat een aantal tips voor bij storingen.
1. Beschrijving van het systeem
Het verwarmingssysteem is geďnstalleerd door de firma HEK (zie hoofdstuk 4). Op foto’s 1 (hierboven) en 2 (hiernaast) is te zien hoe het systeem er uit ziet als je de verwarmingskast open doet. Je moet dit zien als een voorbeeld: bij iedereen zijn de onderdelen anders geplaatst, maar al deze onderdelen zijn wel bij iedereen aanwezig. Deze verschillende onderdelen zijn in de foto aangegeven. Foto 3 (hieronder) toont de binnenkant van het elektrische kastje. Alle onderdelen in dit kastje voeren een spanning van 220 volt ! Het huis is onderverdeeld in verschillende secties voor de verwarming. Meestal beslaat een sectie een vertrek in het huis. Sommige vertrekken beslaan meerdere verwarmingssecties, zoals de woonkamer plus keuken of de zolder. De verwarming per vertrek wordt geregeld via de in dat vertrek aanwezige thermostaat. De thermostaat in de woonkamer bijvoorbeeld bestuurt alle verwarmingssecties van de woonkamer plus eventueel de keuken. Het warme water van de stadsverwarming komt vanuit de meterkast en wordt via de regelaar voor de aanvoertemperatuur en de pomp getransporteerd naar het aanvoer-distributieblok. Op de pomp bevinden zich lampjes (meestal groen en oranje) die aangeven of de pomp loopt. Verder zitten er ook knopjes met + en – op de pomp, waarmee het toerental kan worden ingesteld. Vanuit het aanvoerblok gaat het warme water via de blauwe verwarmingsslangen naar de verschillende secties, en komt na het afstaan van warmte aan de wand of vloer in het betreffende vertrek terug op het retourblok, waarna het via de retourafsluiter weer terugstroomt naar de meterkast. Iedere verwarmingssectie zit via een afsluiter gekoppeld aan het retourblok. Wanneer de thermostaat in de betreffende ruimte aangeeft dat er verwarmd moet worden, gaat deze afsluiter open en stroomt het warme water door de desbetreffende wand of vloer. Als een of meer afsluiters open zijn, gaat ook de pomp lopen zodat het water kan worden rondgepompt. Een pomp die langere tijd niet draait kan vast gaan zitten. Na de zomermaanden zou het daarom kunnen gebeuren dat de pomp vastgelopen blijkt. Om dit te voorkomen bevindt zich in het elektrische kastje een schakelklokje. Dit klokje is zodanig ingesteld dat iedere dag, zomer en winter, de pomp een kwartier loopt.
Als beveiliging is ook nog een maximaalthermostaat aanwezig. Deze thermostaat zorgt ervoor dat de temperatuur van het water in de slangen nooit boven het op de maximaalthermostaat ingestelde maximum kan komen. Met de regelaar voor de aanvoertemperatuur wordt al een bepaalde watertemperatuur ingesteld, die niet te hoog mag zijn om het materiaal van de slangen te beschermen. De maximaalthermostaat vormt een extra beveiliging, voor als de boel toch te hoog oploopt. Het voorgaande omvat informatie die van belang is voor een goed begrip van het verwarmingssysteem. Het nu volgende gedeelte van dit hoofstuk bevat nog extra informatie voor geďnteresseerde techneuten; het kan worden overgeslagen. Lees dan hier door. Het elektrische systeem werkt volledig op netspanning (230 volt). De thermostaten sturen de afsluiters dus ook onder 230 volt, dit in tegenstelling tot de meestal in verwarmingssystemen gebruikte 24 volt. Er is dus ook geen transformator aanwezig. De thermostaten sturen de afsluiters rechttoe-rechtaan open, zonder toegevoegde elektronica. In de Eberle-thermostaten is nog een hysterese-weerstandje aanwezig. Deze geeft na het inschakelen van de thermostaat wat warmte af, zodat het bimetaaltje niet gaat klapperen en daardoor extra vonken veroorzaakt. Vandaar dat er ook een nuldraad naar de thermostaten loopt. Een afsluiter per vertrek (dat is er dus meestal maar een, behalve bij vertrekken met meerdere secties) is voorzien van een eindschakelaar. Alle eindschakelaars zijn parallel geschakeld, en sturen op hun beurt de pomp en de retourafsluiter aan. Zodra er dus één afsluiter wordt opengestuurd, gaat ook de pomp draaien en de retourafsluiter open. Een afsluiter gaat langzaam open, waardoor het een paar minuten duurt voordat de eindschakelaar schakelt en de pomp gaat lopen. Andersom blijft ook de pomp nog een paar minuten lopen als de betreffende thermostaat heeft uitgeschakeld.
Ook het tijdklokje in het elektrische kastje is parallel geschakeld aan de eindschakelaars. Hierdoor kan het klokje de pomp inschakelen onafhankelijk van een warmtevraag. De maximaalthermostaat is in serie geschakeld met de pomp. Als de maximaalthermostaat uitschakelt kan de pomp dus niet meer lopen. 2. Checklist of alles in orde is In het nu volgende worden een aantal dingen op een rij gezet waarvan het verstandig is te controleren of dit goed gemonteerd / ingesteld / aangesloten is. Natuurlijk hoort de firma HEK dit goed gedaan te hebben; de praktijk wijst echter uit dat dit niet altijd overal het geval is. Een eenmalige extra controle kan daarom toekomstige narigheid voorkomen. Er wordt in dit hoofdstuk van uitgegaan dat je verwarmingssysteem goed werkt. Zo niet: zie hoofdstuk 4. + Stel de aanvoertemperatuur in + Controleer of de thermostaten goed zijn aangesloten · Zorg eerst dat in het hele huis alle thermostaten laag staan, en de wanden in alle vertrekken zijn afgekoeld. + Controleer of de maximaalthermostaat werkt + Controleer of de pomp goed geschakeld is Controleren of dit in orde is gaat als volgt. + Controleer of het tijdklokje goed is ingesteld Nu de beschrijving van de controlestappen:
Als dit allemaal in orde is, zorgt het klokje ervoor dat minimaal eenmaal per dag de pomp een kwartier loopt. Als dit niet goed is ingesteld, of het klokje niet goed is aangesloten, is er op termijn kans op vastlopen van de pomp. Hier kun je dus jaren later pas wat van merken, en dan heb je een kapotte pomp. In het nu volgende worden een aantal aanbevelingen gedaan die kunnen helpen om optimaal gebruik te maken van het verwarmingssysteem. · Natuurlijk wil je dat het verwarmingssysteem in de zomer niet nodeloos energie gebruikt. In principe hoef je hiervoor zelfs niets te doen: als er van geen van de thermostaten in huis een warmtevraag is gebruikt het systeem ook geen energie. Toch wil je wellicht het zekere voor het onzekere nemen. Let echter op: laat de hoofdsteker het hele jaar door in het stopcontact zitten! Als je deze er in de zomer eruit haalt, kan het klokje niet iedere dag de pomp laten draaien. Je hoeft niet bang te zijn voor nodeloos elektriciteitsverbruik: als de verwarming uit is, is er niets dat elektriciteit verbruikt behalve een kwartier per dag de pomp. · In de zomer schakel je dus niet de elektriciteit uit. Wat je wel kunt doen is in de zomer in de meterkast de rode hoofdkraan voor de aanvoer van het verwarmingswater dichtzetten. Dit is de rode kraan in de leiding tussen de warmtewisselaar in de meterkast (groot zwart ding) en de hierboven beschreven warmtekast. Draai dus niet de andere rode kraan dicht, dat is de hoofdaanvoer van het stadsverwarmingnet. Als je onder de douche verblijd wordt met koud water heb je de verkeerde kraan dichtgedraaid. · Belangrijk is het instellen van de juiste aanvoertemperatuur van het warme water. Hierboven werd al vermeld dat de regelaar voor de aanvoertemperatuur standaard op 40 gezet kan worden. Je krijgt je huis dan prima verwarmd. Eventueel kun je met deze waarde wat experimenteren. Door het grote verwarmingsoppervlak als gevolg van de wandverwarming kan de watertemperatuur namelijk erg laag zijn, met een laag energiegebruik als gevolg. Veertig graden is al laag in vergelijking met een verwarmingssysteem met radiatoren, waar de watertemperatuur al snel richting 70 a 80 graden gaat. Wil je experimenteren met verdere energiebesparing, dan kun je de regelaar eens op 35 zetten. Het huis wordt dan nog steeds verwarmd, maar het duurt vooral veel langer voordat een vertrek op temperatuur is. Als je daarmee kunt leven is het prima, maar de knop op 40 geeft toch net even wat meer comfort, waarbij het energiegebruik nog steeds erg laag is.
Zolang alles goed werkt, hebben we het in de winter prima warm. Maar wat nu bij een storing, net als het buiten stevig vriest? Meestal is het voor een verwarmingssysteem verstandig om een servicecontract af te sluiten. Er kan immers van alles kapot aan het systeem, bovendien is jaarlijks onderhoud nodig. Ons systeem echter is eigenlijk onderhoudsvrij: er zijn geen branders, rookkanalen etc etc die schoongehouden moeten worden. Een storing kan ontstaan in een elektrisch onderdeel zoals een afsluiter of de pomp. De aangewezen partij die de storing dan moet herstellen is het installatiebedrijf (de firma HEK) dat het systeem heeft aangelegd. De komende tijd valt de zaak nog onder de garantie: in ieder geval geldt een GIW-garantie van 2 jaar. Als er een storing is, moet HEK deze komen verhelpen. Daarnaast biedt de komende tijd het klussencoördinatieteam van de Kersentuin jullie hulp aan bij storingen, of bij het doorlopen van de checklist in hoofdstuk 2. In plaats van HEK te bellen kunnen jullie eerst onze hulp inroepen om te kijken of wij wellicht de zaak kunnen verhelpen. Als ons dat niet lukt dan verwijzen we je alsnog naar HEK door. Zie verderop. Als de verwarming niet goed functioneert, controleer dan altijd eerst de volgende punten: 1. Zit de hoofdsteker in het stopcontact? Als dit allemaal in orde is, moet de verwarming werken. Dat wil zeggen: als je een thermostaat in een bepaald vertrek opendraait, moet de slang naar de betreffende sectie warm worden. Verder moet de pomp gaan lopen. Als de pomp niet binnen een paar minuten gaat lopen terwijl een van de thermostaten in huis op maximum staat (en de voorgaande punten allemaal zijn gecontroleerd), draai dan als eerste nog meer thermostaten in huis op maximum. Misschien blijkt slechts die ene sectie kapot te zijn, en functioneert de rest wel. Als de pomp dan nog niet loopt, kun je nog een ding proberen. Namelijk: draai de maximaalthermostaat even flink omhoog. Als de pomp dan gaat lopen, heb je misschien toch je aanvoertemperatuur wat hoog staan. Let op: zet de maximaalthermostaat wel weer terug naar 50.
Als de pomp na dit alles niet wil gaan lopen, of als een sectie kapot blijkt te zijn, kun je twee dingen doen: Disclaimer: noch de maker van de handleiding, noch het klussen-coördinatieteam van de kersentuin, noch de makers van de website kunnen de correctheid van de gegeven informatie 100% garanderen. Ondeskundig gebruik van bovenstaande informatie geeft je ook geen recht op verhaal bij deze personen of instanties en eventuele (vervolg-)schade kan daar ook niet worden geclaimd. Met andere woorden: JE KLUST OP EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID. |
LINKS |